De hete aardappelGeschiedenisNieuws

11 Renze Bouthoorn

Toen Renze Bouthoorn (68) door Ben van Onna werd gevraagd om zijn opvolger te worden in deze rubriek wilde hij er toch kort over nadenken. Groot in de belangstelling staan is niet het eerste wat op zijn Bucket Lijst staat. Gezien de betrokkenheid bij de vele maatschappelijke verenigingen waar Renze aan gelinkt kan worden is hij daarentegen ook niet het type dat de aandacht uit de weg gaat. Onder het mom van de waardering van de uitgave van het Meerpeen Magazine voelde hij dat hij hier ook wel zijn “steentje” aan bij wilde dragen.

De interviewer zoekt het adres op en besluit vanuit Middenmeer via de Alkmaarseweg en de Oudelanderweg naar Nieuw Almersdorperweg 1 te rijden, de eerste boerderij. Het is niet een weg met veel doorgaand verkeer vermoedt hij.  Na het interview rijdt hij de hele weg uit, hij is er nu toch, en merkt dat de vering van zijn Opel Corsa goed getest kan worden door de vele hoogteverschillen in het asfalt.

Renze vertelt: “Ben is een goede bekende die vroeger bijna wekelijks op de boerderij aan de Alkmaarseweg op visite kwam en dat nog af en toe doet. Hij is altijd belangstellend en heeft een kleine 25 jaar geleden een jaar lang met zijn camera iedere week gefilmd bij ons op de boerderij. Onze kinderen zijn toen ook vereeuwigd”.

Even een paar generaties terug.  “Mijn opa van moeders kant kwam uit de Haarlemmermeer en was opgegroeid in een agrarisch gezin. Mijn opa (Bouthoorn) daarentegen was een huisarts en woonachtig in Oegstgeest. Mijn vader en een broer hadden echter wel agrarische interesses. De broer ging studeren in Deventer (suikerschool) en emigreerde naar Nederlands-Indië en hield zich daar met de landbouw bezig. Mijn vader was niet echt geïnteresseerd in school maar kreeg zonder landbouwdiploma toch een boerderij in de Wieringermeer toegewezen. Zijn behoorlijke werkervaring bij diverse boeren (w.o. 2 jaar in Canada en op een boerderij in de Haarlemmermeer waar later Schiphol werd gevestigd) en een startkapitaal geleend van zijn vader hielpen daar zeker bij. Het bedrijf aan de Oudelanderweg 49 was een feit. De teelt: vooral graan maar ook bonen, vlas, erwten en later ook suikerbieten en aardappelen. In de begintijd was het erg arbeidsintensief, met de oogsttijd wekten er zo’n 17 arbeiders.

Na de onderwaterzetting ging het gezin naar een kleine boerderij in Aartswoud, waar één van de arbeiders woonde. Later vertrokken ze naar de schoonfamilie in de Haarlemmermeer. Er waren al drie dochters uit 1938, 1940 en 1943 en in 1953 kwam ik het gezelschap completeren. Ik ging naar de lagere school in Middenmeer, daarna naar de ULO en vervolgens naar de Mavo in Alkmaar. Ik wist al van jongs af aan dat ik boer wilde worden, een plan B had ik zeker niet. Ik ging studeren op de Hogere Landbouwschool in Dronten. In mijn jaargang was ik de enige uit de Wieringermeer. Met de auto eropaan, via de Afsluitdijk of via Amsterdam. De Markerwaarddijk was er nog niet. Die was precies gereed toen ik een maand was afgestudeerd…. In Dronten heb ik een prachtige tijd gehad. Ik zat er 14 dagen achter elkaar in het internaat. In het weekend werkte ik er dan wat bij, bij de boer of als oppas. Een bezoek aan een café of de bar van het internaat werd ook vaak niet overgeslagen.

Na school had ik nog wel wat van de wereld willen zien of elders bij boeren willen werken. Mijn vader was echter al wat ouder, 69 en zijn gezondheid liet te wensen over en hij raakte licht dement. Het werd tijd om de boerderij over te nemen. Mijn militaire dienst heb ik kunnen skippen i.v.m. persoonlijk onmisbaarheid voor het bedrijf.  Vader en moeder gingen naar de Wilgenlaan in Middenmeer. Na een half jaar ging ik samenwonen met mijn vriendin Annelies Iwema. Dat samenwonen was nog niet zo ingeburgerd en zorgde voor wat gefronste wenkbrauwen. Na drie jaar kwam er toch een trouwfeest. Met 75 jaar ging vader heen. Moeders heeft uiteindelijk de respectabele leeftijd van 96 jaar bereikt. Kinderen kwamen er ook: in 1984 werd Bas geboren, in 1986 kregen we een levenloos kind, in 1988 volgde Nanet en in 1990 completeerde Edo het gezin”.

Op de vraag of emigratie ooit in beeld is geweest antwoordt Renze: “niet echt, we hebben wel eens wat folders bekeken of boeren in Frankrijk of Amerika wat voor ons zou zijn. We kwamen uiteindelijk snel tot de conclusie dat je overal moet werken voor je brood. Daarnaast zouden we de leuke sociale contacten die we hier kennen niet willen missen. Toch heb ik een aantal jaren ingeschreven op boerderijen in de Flevopolder. Deze gingen echter steevast naar boeren die ergens anders verplaatst moesten worden. Toen volgde de Motie Faber. Boeren die “groter” wilden, moesten die kans krijgen. In 1987 konden wij naar de Alkmaarseweg 18 waardoor we uit konden breiden van 46 naar 66 hectare. Een andere boer kon weer naar ons oude adres en kon op die manier ook gebruik maken van de vergrotingsmaatregelen. De extra hectares en de gebouwen moesten worden gekocht. Zo hadden de Domeinen minder onkosten voor onderhoud en kwam er geld binnen voor o.a. Landschapsparken. Op ons nieuwe adres moest nog wel veel achterstallig onderhoud op de akkers en gebouwen worden gepleegd. Veel draineren en egaliseren. Er was al 10 jaar niks meer aan gedaan.

Inmiddels is het bedrijf overgenomen door mijn zoons, al kom ik er nog geregeld om gevraagd en ongevraagd advies te geven en bij te springen. Ze doen het goed, hebben een goede landbouwopleiding en hebben ook buiten de deur gekeken. De teelt van pootaardappelen is de kurk waar het bedrijf op drijft.

Naast mijn werkzaamheden als boer heb ik diverse bestuursfuncties, veelal agrarisch, bekleed. Ik noem er een paar op: LTO bestuur, Weegbrug (penningmeester) Agrarische Bedrijfsverzorging (nu AB Vakwerk) in de ledenraad, Coöperatie (bestuur) en Handelshuis Stet Holland Pootaardappelen (9 jaar landelijk voorzitter). Ook ben ik jarenlang voorzitter en pootaardappelnoteerder geweest van de Beursvereniging. Vorig jaar ben ik afgetreden, Andre v.d. Weide volgde mij op. In mijn jonge jaren ben ik lid geweest van de jongerenvereniging Rotar Act. Deze serviceclub zet zich in voor meer begrip tussen nationaliteiten en rassen o.m. door het organiseren van activiteiten voor het goede doel. Daarna stapte ik over naar de Rotary Radboud-Medemblik. Interessant hiervan is altijd dat je mensen buiten de eigen (agrarische) kring ontmoet”.

Renze ziet de toekomst voor de agrarische sector met vertrouwen tegemoet: “als je kijkt naar de technieken en ontwikkeling op ons gebied zie je dat er veel mogelijk is. Zo zijn zaken als het GPS, de spuit met computer en de kunstmeststrooier met weegbok ontzettend innovatief en nuttig gebleken. Ik weet nog dat ik flink twijfelde om bij de aanschaf van een kunstmeststrooier van F 6.000, – een weegbok van F 5.000, – erbij te nemen. Het is echter één van de beste aankopen geweest! Ook al lijken de maatregelen van de overheid niet altijd in ons belang, het denken in oplossingen staat bij ons altijd voorop. Wat dat betreft is het glas hier gewoon halfvol”.

SAMSUNG CSC

 

 

 

Laat meer zien
Back to top button