Column: ‘Herfst’ door Ds. Willemien Lammers
Ik hou van bomen, ik vind ze prachtig. De stabiliteit van de stam, de kracht en de bewegelijkheid van de takken, de verborgen schoonheid van de wortels. In het voorjaar, als de knoppen komen, zijn ze een teken van groei en vertrouwen in de toekomst. In de zomer staan ze in volle pracht, en geven schaduw en beschutting. En in de herfst laten ze hun bladeren zien met al hun kleuren.
Ieder blad aan iedere boom is een klein wonder. Het bladgroen, chlorofyl, dat de bladeren hun groene kleur geeft, vangt licht op. De energie daarvan wordt gebruikt om uit kooldioxide en water glucose te maken. Zo voedt de boom zich. Als het in de zomer warm is, verdampen de bladeren vocht en verkoelen zo de boom. En niet alleen de boom: ook zijn omgeving. Eén boom bij je huis is net zo effectief als vijf airco apparaten.
In de herfst veranderen de bladeren van kleur. Het bladgroen wordt door de boom uit de bladeren gehaald en terug in de sappen in de stam opgenomen. Nu laten de bladeren hun andere kleuren zien: geel, rood, bruin, roze, bleek wit. In de bladeren blijven afvalstoffen achter. En als het proces voltooid is, laat de boom zijn blad los. Nu is hij voorbereid op de koude tijd die komt.
Voor veel mensen is de herfsttijd een tijd waarin ze stilstaan bij het milde sterven van de natuur. Het maakt ze wat weemoedig. Bewust van de tijd die voorbijgaat. Het leven dat zijn loop neemt. Maar je kunt het proces van de bladeren die vallen ook juist zien als een bewijs voor de levenskracht van de boom. Als de boom zijn bladeren niet loslaat, is er een goede kans dat hij niet overleeft. Herfststormen hebben meer grip op een boom met bladeren. En tijdens een vorstperiode zouden bladeren kunnen bevriezen. De boom weet instinctief wat hij moet vasthouden en wat hij moet loslaten.
Loslaten hoort bij het leven. Maar makkelijk is het niet altijd. Wij mensen moeten ook loslaten: onze oude dromen, dat wat we met moeite soms bewerkt en bereikt hebben, onze gewoonten, het beeld dat we van onszelf hebben… En de dingen die we niet in de hand hebben. Vooral dat laatste natuurlijk, in deze tijd.
Loslaten en toelaten. Net als de boom. Het goede behouden, stevig geworteld blijven, en loslaten wat we los moeten laten. Weten dat je niet alles vast kunt houden, en het ook niet willen. Weten dat je niet alles in eigen hand hebt. Toelaten dat dingen je ook kunnen overkomen. In de kerk zeggen we dan: toelaten dat God er is, en dat God met jou bezig is. En bijna sluipend je zegent. De herfst doet mij altijd denken aan de wijze woorden van het gebed van AA:
Heer, geef mij de kracht om te veranderen wat ik moet veranderen
en geef mij de moed om te accepteren wat ik niet veranderen kan
en geef mij wijsheid, om onderscheid tussen deze twee te kunnen maken.
Vasthouden en loslaten. Het is een teken van leven. De toekomst wacht.
Willemien Lammers