Column: ‘Echt?’ door Ds. Willemien Lammers
Ach lieve mensen wat had ik me er op verheugd. En wat werd het een moeilijke avond. U weet misschien nog wel dat ik een songfestival-fan ben. Dus ik zat afgelopen weekeinde aan de buis gekluisterd. Eerlijk gezegd: ik vond het liedje van Nederland, van Jeangu Macrooy, echt prachtig. Zo mooi. Serieus en speels. Muzikaal en vrolijk. En wat kan die man zingen! Even tussen ons: van die broccoli-actie van de Albert Heijn begreep ik niets. Niets! U hebt het vast meegekregen. Er zit een zinnetje in het Sranantongo in het liedje van Jeangu. Sranantongo was de taal van de slaven en wordt in Suriname nu nog veel gesproken. En van die ene zin: “yu no man broko mi…”
(vertaling: je kunt me niet breken) maakte de Albert Heijn: een broccoli – lied! Ja hoor. Humor om te lachen. Nederland op z’n smalst. Jeangu liet zichzelf zien in dat liedje. Waarom moet daar de spot mee gedreven worden? Als iemand laat vóelen wat belangrijk voor hem is, moet je daar dan om gaan lachen? Nee. De Albert Heijn zakte door het ijs. En de jury en het Europese stemvolk ook. Elf punten. Dat liedje, en Jeangu, hadden veel beter verdiend.
En toen wonnen ook nog de Italianen. “Rock’n Roll gaat nooit dood!” riep de zanger. Pardon. Als de rock’n roll het van deze Italianen moet hebben, dan ziet het er niet best uit. “Rock ’n Roll is dead”, zong Lenny Kravitz al in de vorige eeuw. En hij zong ook: “Je kunt niet eens zingen of een instrument bespelen, dus je schreeuwt gewoon extra hard.” Profetische woorden. Die Italianen met hun hippe nep-leren stoei-pakjes. En hun keurige gestileerde haartjes. Die dus stonden te playbacken. Alleen de zang was live, de rest deed maar alsof. Is dat Rock’n Roll? En die zanger was beledigd omdat hij van drugsgebruik beschuldigd werd. Beledigd? Echt? Volgens mij was die
gast gewoon bang. Bang om zijn imago en bang voor de sponsoren. Nee, hij had geen coke gesnoven – er was een glas gebroken en, nette jongen die hij is, had hij het even opgeruimd. Stel dat iemand zich zou bezeren. De lieverd.
“Sono fuori di testa, ma diverso da loro,” zong hij. “Ik ben gek, maar anders dan zij.” Nee hoor jongen. Maak je geen zorgen. Je bent net als de anderen. En gek ben je ook niet. Je weet precies wat je doet. En zo werd de avond voor mij een deceptie. Veel liedjes gingen over het zelfde onderwerp: jezelf durven zijn. Jezelf accepteren. Maar degene die écht zichzelf was, en dat op een positieve manier, was Jeangu Macrooy. En die kreeg bijna geen punten. En die Italianen, met hun berekenende act, die gingen er met de prijs vandoor.
Ik moest er diep van zuchten. Het blijkt maar weer. “Jezelf zijn”, daarvoor is wel iets meer nodig dan wat loze kreten. Kom. Ik ga het liedje van Jeangu nog maar een keer afspelen. Daar wordt ik wél blij van.
Willemien Lammers