Column: ‘Tussen hoop en vrees’ door Ds. Willemien Lammers
Zelden, denk ik, is er zó uitgekeken naar een persconferentie onder leiding van Mark Rutte als afgelopen week. Al dagen stonden er verwachtingsvolle artikeltjes in de kranten: straks mogen we weer naar de kapper en op een terras! Zelden ook zullen mensen uiteindelijk zo teleurgesteld zijn geweest als de sportschoolhouders en de festivalorganisaties. Voor hen nog geen licht aan het einde van de tunnel.
Hoe was het voor u? Met mij gaat het zo: ik ben blij dat het beter gaat: minder besmettingen, minder zieke mensen, minder rouwende nabestaanden. Dat is een goed gevoel. Maar ik ben ook bezorgd: als we straks weer meer mogen, komt dan dat virus terug? En dan denk ik aan mijn ouders, die kwetsbaar zijn, en dan weet ik niet zo goed hoe veilig ze nu zijn en hoe veilig ze straks nog zullen zijn. Ik beef tussen hoop en vrees.
Voor de kerk is het ook spannend. Normale kerkdiensten, met volle kerken en gezellig samen na afloop koffie drinken, dat is nog ver weg. En ik mis het. Net als veel gemeenteleden, trouwens. Als u niet zo’n kerkganger bent, dan weet u niet wat u mist. Zo’n kerkdienst is als een heerlijk moment voor je zelf. Nadenken over de dingen die belangrijk zijn, samen bidden, samen zingen. Het doet een mens (meestal) goed. En na afloop is het koffiedrinken een mierenhoop van mensen die het beste met elkaar voor hebben. Er is weinig plekken in de polder waar het iedere week opnieuw zo gezellig is. Dat missen we nu al sinds midden maart. En we zullen het voorlopig blijven missen ook. Want straks mogen er misschien wel weer mensen in de kerkdienst komen, maar wel op anderhalve meter afstand. En dus zal er voor veel minder mensen plek zijn in de kerk. En dat samen koffiedrinken, als een menselijk kippenhok, dat is nog ver weg. Misschien wel maandenlang.
Ach, ik stel me zo voor dat het voor veel mensen zo is op dit moment: leven tussen hoop en vrees. Hoop dat het goed blijft gaan en er steeds meer mag. Vrees dat die ziekte terug komt en dierbaren zou kunnen treffen. Hoop dat er een vaccin komt. Vrees dat het lang gaat duren. Hoop dat de economie zich herstelt. Vrees dat het ook voor de Nederlandse samenleving een dure grap zou kunnen worden, met veel werkloosheid en andere nare gevolgen. Verlangen naar het leven zoals het voor het coronavirus was. En uitkijken naar de tijd dat het er niet meer zal zijn. Als die tijd ooit komt. Het is een mentale balanceer-act geworden. Niet overmoedig worden, maar ook niet in zwaarmoedigheid verzinken. En intussen houd ik me vast aan het goede nieuws: minder besmettingen, minder zieke mensen, minder rouwende nabestaanden. Het gaat de goede kant op! En nu vol houden met elkaar.
Ds. Willemien Lammers