KERSTLIED
Anton van Duinkerken
Nu zal het wel gauw gaan sneeuwen,
Dan worden de wegen wit
Dan rijden de drie kamelen
Waarop elk een koning zit
Door een woestijn van eeuwen
Vol boosheid en gevit.
De herders liggen bij nachte
Te waken op het veld
Bij hun schaapjes met witte vachten
Een engel heeft hun verteld,
Dat Jezus niet langer kon wachten
Want de wereld moest hersteld.
Wat herders en koningen hopen,
Het maakt gering verschil:
Men kan het geluk niet kopen,
Maar voor mensen van goede wil
Gaat de hemel eenvoudig open
En dan wordt alles stil.
Alleen wie het kwade begeren,
Die mogen niet binnengaan,
De hemel s daar voor wie leren
De goedheid te verstaan,
Die de mensen door ons ontberen
Als wij hebben kwaad gedaan.
Door een woestijn van eeuwen
Vol boosheid en gevit
Rijden de drie kamelen
Waarop elk een koning zit.
Nu zal het wel gauw gaan sneeuwen
En dan wordt de wereld wit.