Als u zich Jac. P. Thijsse (1865-1945) nog kunt herinneren dan bent u van gelijke leeftijd als de auteur (1944). In mijn jeugd vertelden mijn ouders hoe zij plaatjes spaarden voor de ‘Verkade albums’. Een deel van die albums werd geschreven door Thijsse. Daarmee interesseerde hij de mensen van zijn tijd te genieten van de hen omringende natuur. Een van zijn boeken is bijvoorbeeld ‘Langs de Zuiderzee’ (1914).
Het Ex Libris -betekent uit de boeken van- dat hij gebruikte geeft een vijftal spreeuwen weer. In zijn boek ‘Het Vogeljaar’(1903) schrijft Thijsse over deze vogel: ‘Ze zien de ontwikkeling van de menschen -maatschappij aan zonder eenige bezorgdheid, ja met een goedkeurend knikje en een onvergelijkelijk komiek trekje om de mond, want wat wij ook aanleggen, bouwen of bedrijven, het komt altijd in hun kraam te pas’. Thijsse was een ras-optimist, maar wel met realiteitszin.
Hoewel de spreeuw het hele jaar door te zien is, is het toch vooral een trekvogel. Ik kwam op het idee voor dit stukje doordat er een spreeuw in een boom ging zitten en daar een tijdje bleef zitten. En dan begint de vogel geluid te produceren. Een lang gerekt gefluit dat oploopt in toonhoogte en langzaam weer afneemt. Een van de wonderen der natuur is de spreeuwenzwerm. Duizenden spreeuwen vliegen in een groep en opeens gaat de groep naar links en dan weer naar boven of beneden. Er is een film van zo’n groep boven de Nieuwkoopse plassen. Die kan ik wel honderd keer zien. Magnifiek.
Op de foto ziet u de witte punten aan de veren. Dit is een teken dat het een volwassen vogel is die ruit naar het winterkleed. Het is een vogel waar je van blijft genieten net als van kwajongens. De foto is van de auteur en genomen op 16 november 2022 achter in de tuin van de buren.