Ingezonden brief: Willen wij wel een verstedelijking zonder woningbouw? door Pieter de Jong
De inhoud van een ingezonden artikel is ter verantwoording van de schrijver
De voorgenomen bouw van datacenters in de polder houdt de gemoederen flink bezig en naar mijn mening is dit geheel terecht. Met een college die de grondhouding “ja, tenzij “hanteert, moet je nu eenmaal scherp bij de les blijven omdat hun blik op ons polderlandschap een andere is als die van de bewoners.
Agriport is ooit opgezet als een gebied met grootschalige glastuinbouw en daaraan gekoppeld een agrarisch gerelateerd bedrijventerrein om efficiency te bereiken in productie en logistiek.
Nu echter lijkt de focus meer gericht te zijn op de bouw van datacenters en opvallend is dat iets wat krom is, nu veelal wordt recht gepraat.
Een voorbeeld is het bestemmingsplan Agriport A7 uit 2010. Hierin valt te lezen: “De uitbreiding van het glastuinbouwgebied Agriport A7 zal uitsluitend aan de oostzijde van de A7 worden
gerealiseerd. De westzijde wordt met name om landschappelijke redenen niet met kassen bebouwd”. Daar wil men nu verandering in aanbrengen.
Uit een artikel van januari 2017 in het NHD bleek zelfs dat het illustere wethouders duo Theo en Theo hoge datacenters van 40 m hoog in een parkachtige omgeving wel vonden passen in ons
polderlandschap. Hoe windturbines daar in staan, kunnen we nu dagelijks ervaren. Verder is wel duidelijk dat het gebruik van restwarmte van datacenters wat synergievoordelen zou
opleveren voor glastuinbouw of woningbouw, een utopie is. Uit een rapport van Berenschot is gebleken dat een businesscase over hergebruik niet sluitend, en verwarmen van woningen niet
realistisch is.
Wat wel duidelijk is, is dat er een strategie bestaat om datacenters in de buurt van aanlandlocaties van duurzaam opgewekte stroom te bouwen. De groene leugen dat deze energie goed is voor vele duizenden huishoudens is dan ook geheel achterhaald. Klaarblijkelijk is het dus aantrekkelijk om een grootgebruiker in de buurt te hebben. Het ambitieuze bod van regio NHN om 4,2, Twh te
realiseren in de RES en de plannen om hyperscale datacentra te bouwen kan dus moeilijk los van elkaar worden gezien.
De reeds gebouwde centers maken duidelijk dat steeds verdergaande verindustrialisering en verdozing van de polder een aanslag vormt op de publieke ruimte. Ruimte die zorgvuldig zou
moeten worden bestemd, maar parameters worden steeds veranderd om nog meer hectares met lelijke gebouwen vol te kunnen bouwen. Dat ruimtelijke ordening de bewoners na aan het hart ligt,
blijkt wel uit de massale protesten die ontstonden bij het later afgeschoten gebiedsplan. Naast waterberging en de verzilting van het oppervlaktewater vormt ook de toename van
lichtvervuiling een belangrijk aandachtspunt.
Behalve een opgelichte hemel door de kassen zal er straks ook licht komen van datacentra. De voorspelling is dat er daardoor in de avonden/nachten rond de zomer sprake is van meer licht in de
directe omgeving van het plangebied dan nu al het geval is.
Nu kun je natuurlijk stellen dat voortschrijdend inzicht de drijfveer van het college is, maar als een raadslid dit ook heeft en hun plannen ter discussie stelt, is hij ineens niet meer welkom in zijn eigen fractie. Het college gaat zelfs zo ver, dat als er kritische vragen worden gesteld door een coalitiegenoot, deze onder druk van het college weer moeten worden ingetrokken.
De gevestigde partijen moeten zichzelf de vraag stellen of zij nog wel volksvertegenwoordigers zijn en of de aangenomen bouwleges geen judaspenningen zijn voor een eindeloos bouwproject, waarbij bovendien beloftes niet worden nagekomen. Komen ze zelf wel hun verkiezingsbeloftes na en is het beleid nu wel in overeenstemming met hoe en welke richting men wil gaan?
Was het nu wel zo verstandig om de ontwikkeling van bedrijventerreinen uit handen te geven aan een projectontwikkelaar? En waarom nu opnieuw een ruimte claim in het buitengebied? Moeten wij
als agrarische hoofdstad deze ruimte wel prijsgeven? Heeft de Wieringermeer niet meer dan genoeg haar aandeel geleverd? Is er nu geen sprake van scheefgroei? Nu krijgen we alleen verstedelijking zonder woningbouw, worden de woningen straks volgens de omgevingsvisie NH 2050 in de buurt van steden gesitueerd en krijgen wij nagenoeg niets voor onze jongeren.
Willen we een aantrekkelijk gebied blijven om te wonen, zal er meer aandacht besteed moeten worden aan het behouden van bestaande landschappelijke waarden. Daarbij moet de rol van agrarische en aanverwante bedrijven als beschermheer niet worden onderschat. Erkend moet worden dat een areaal van voldoende omvang hierbij de beste garantie is voor de toekomst. De leefbaarheid en werkgelegenheid in de toekomst worden daarmee blijvend gegarandeerd.
Belangrijk onderdeel van ruimtelijke ordening is burgerparticipatie, opdat de inwoners hun visie en behoeftes goed vertaald zien in een evenwichtig beleid. Bij dit college valt dat niet mee en helemaal niet in deze corona tijd met digitaal vergaderen. Raadslid Daan Pruimboom schreef in het blad van VNG dat hij het contact, het praatje op straat en de interactie in het debat tijdens het digitale raad vergaderen miste. Ik heb ook het digitale vergaderen gevolgd en het stemt de mens niet vrolijk. Om uw betrokkenheid met deze vraagstukken te benadrukken en toch uw stem te laten horen raad ik u met klem aan de petitie te ondertekenen: https://stopdatacenterswieringermeer.petities.nl/ en een zienswijze in te dienen tegen de voorgenomen bestemmingsplanwijziging. De tijd dringt want de termijn daarvoor sluit op 26 november a.s. Stel de juiste vragen en laat via reacties weten wat u van de plannen vindt! Op deze manier kunt u aangeven hoe de spreuk van “de maaier” moet worden opgevat: “hier werd een toekomst geboren, bouwt voort “.
Pieter de Jong
Slootdorp