18 Sjoerd Bruinsma
WIERINGERMEER – Sjoerd stond al langer op de short list van deze rubriek en is al enige tijd geleden door eerdere “aardappel” Adrie van de Vrie genomineerd. Met enige vertraging is het er dus nu toch van gekomen.
Sjoerd steekt van wal: “Ik ken Adrie al een langere periode zonder dat we elkaar vaak spraken. Daar kwam verandering in toen hij lid werd van de Volkstuinvereniging Wieringerwerf, waar ik voorzitter van ben. Ik heb er wel even over moeten nadenken voordat ik op de nominatie inging, maar omdat ik het een leuke rubriek vind heb ik ja gezegd.
Ik ben geboren in Friesland vlakbij de Waddenkust in Oudebildtzijl, een klein dorpje in de voormalige gemeente Het Bildt. Mijn ouders hadden daar een klein agrarisch bedrijf, ik heb 3 jongere zusters die in Friesland zijn blijven wonen. In die streek waren er destijds veel gardeniersbedrijven, kleinschalig met akkerbouw en grove tuinbouw. Ook mijn pake Sjoerd is ooit begonnen als kleine zelfstandige ondernemer. Hij had zich opgewerkt van
landarbeider tot zelfstandig boer door steeds weer een perceel grond erbij te kopen. Mijn vader heeft zich
gespecialiseerd in de teelt van pootaardappelen, met name stamselectie.
Ik had al vroeg de ambitie om boer te worden, dit bleek later niet mogelijk omdat het bedrijf te klein was. Na de toenmalige ULU ging ik naar de landbouwschool in Leeuwarden. Ik heb een onbezorgde jeugd gehad. Ik had net als mijn vrienden een brommer waarmee we erop uittrokken en meisjes gingen “versieren”. Met de brommer werd onze regio steeds groter en ik kreeg dan ook verkering met Hielkje, mijn vrouw die 20 kilometer
verderop woonde.
Na de landbouwschool ging ik studeren in Arnhem, aan de Bosbouw en Cultuurtechnische school (tegenwoordig
Larenstein). Dat betekende dat ik al op 18-jarige leeftijd mijn geboortegrond grotendeels heb verlaten. Deze
opleiding was wat ik zocht, een brede cultuurtechnische invulling van de studie met interessante stageplekken door het gehele land. Deze spreiding van stageplekken had mede als doel dat je ook je weg moest vinden in een andere streek dan waar je roots liggen. Na afronding van de studie in Arnhem moest ik in militaire dienst.
In 1971 ben ik begonnen bij de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP), ik kwam daar te werken bij de afdeling Bodemkunde, onderdeel van de Wetenschappelijke Afdeling van de RIJP. De taak bestond uit het in kaart brengen van de bodem van de IJsselmeerpolders en met name Zuidelijk Flevoland. De ervaring en kennis die ik daar opdeed zijn mij later heel goed van pas gekomen. Wat ik steeds meer ging missen was het contact met de agrarische wereld, het karteren en rapporteren was uiteindelijk wel ten dienste van de agrariërs maar het
contact hiermee ontbrak. Toen in 1978 een vacature kwam bij Domeinen in de Wieringermeer heb ik
gesolliciteerd en werd aangenomen. Mijn opleiding in de cultuurtechniek en als bodemkundige bij de RIJP kwamen goed van pas in de Wieringermeer. Vooral in mijn beginperiode kwam er ontzettend veel werk op ons
af, specifiek in het vervangen van drainage. De werkzaamheden voor mij veranderden regelmatig zodat er ook geen reden was om een andere werkgever te zoeken. Toen aan het eind van de 90-er jaren de pachters de gelegenheid kregen hun pachtgrond te kopen heb ik veel getaxeerd waarbij mijn bodemkundige kennis opgedaan bij de RIJP weer zeer goed van pas kwam. Een grote omvangrijke klus, waar ik namens de Staat aan mee heb gewerkt is de realisatie van Agriport. Samen met Simon Hiemstra hebben we vele gesprekken gevoerd met als resultaat bedrijven verplaatsen of een beëindigingsregeling treffen. Vanuit het RVB werd ik op pad gestuurd om pachtcontracten af te sluiten in het rivierengebied, de uiterwaarden waren immers ook rijksgronden. Een mooie ervaring om ook nog eens met pachters die niet in de polders boerden contacten te leggen en problemen op te lossen. Zelfs nu word ik af en toe nog eens gebeld door een pachter uit het rivierengebied. Met veel voldoening kijk ik terug op bemoeienis die ik had met het verplaatsen van een aantal bedrijven vanaf het oude land naar de Wieringermeer.
Ik kan terugkijken op een prachtige loopbaan bij het tegenwoordige Rijks Vastgoed Bedrijf (RVB) en op de dag van mijn pensionering in 2013 heb ik een mooi afscheid gehad in Wieringerwerf waar vele relaties aanwezig waren. De vraag of ik ook een aardappeleter ben kan ik volmondig met ja beantwoorden met als toevoeging, ook nog een kritische. Wij eten de traditionele rassen Eigenheimer (voor de Friezen Borgers) en Bildtstar. Na jaren aardappels geteeld te hebben in Friesland ben ik hier 2 jaar geleden mee gestopt. Wij moeten ons nu redden met de teelt van aardappelen op de volkstuin. Dit is een grote hobby van mij, fruitbomen en de teelt van groente en aardappelen houdt me bezig.
De samenleving moet je met elkaar vormgeven en niet overlaten aan individuen, dat verklaart grotendeels mijn betrokkenheid in diverse organisaties. Toen we in 1978 in Wieringerwerf kwamen wonen vond ik dat ik de
jaarvergadering van de ijsclub moest bijwonen. Wat niet de bedoeling was maar wel de uitkomst dat ik prompt in het bestuur kwam. Door gebrek aan leden en winters is de ijsclub opgehouden te bestaan. Op kerkelijk gebied heb ik meerdere functies vervuld. Zonder een opsomming te noemen denk ik dat het gelukt is een bijdrage te leveren aan onze samenleving. Waar ik met veel trots naar kijk is het realiseren van Campus de Terp. Ik mocht aan het begin van dit mooie project mijn bijdrage leveren. Het begon met het idee om de beide sportzalen van oud
Wiringherlant te behouden, gaandeweg ontstond het idee van een campus. Ik heb grote waardering voor het leger vrijwilligers die heel veel energie steken in de realisering van dit fantastische project, ook een groot
compliment voor de gemeente Hollands Kroon die garant staat voor het project.
Op jonge leeftijd, ik was denk ik 8 jaar, werd ik lid van de plaatselijke korfbalclub in Oudebildtzijl. Korfbal heeft een groot deel van mijn sportieve leven uitgemaakt. Het is zelfs zo dat ik nog wekelijks meedoe aan de trainingen, op recreatief niveau natuurlijk. Toen we in 1971 trouwden speelde ik een week na onze trouwdag alweer in Lelystad mijn eerste wedstrijd. Door de “import” van vele korfballers in deze nieuwe stad werd er al snel op redelijk hoog niveau gespeeld. In Wieringerwerf ging ik gelijk door met mijn geliefde sport. Voorzitter, trainer, speler, scheidsrechter, het kon allemaal. Al deze functies, ook naast het korfballen was echter alleen mogelijk door de steun van het thuisfront in de persoon van mijn vrouw Hielkje.
Ons gezin bestaat uit 2 kinderen en 4 kleinkinderen, dochter Marian is in de voetsporen getreden van haar
vader, zij is actief in de kerk en bij de korfbalvereniging Vido. Wij genieten van onze kleinkinderen. Hier in
Wieringerwerf maar ook van die 2 in Paterswolde. Af en toe bezoeken we daar ook de sportwedstrijden van de beide kleinkinderen die hockey spelen. Onze zoon Sikko Sjoerd maakt zich ook alweer verdienstelijk voor school en sportvereniging. We zijn best wel een beetje trots dat we dit hebben kunnen overbrengen op onze kinderen.
Ik voel me best gelukkig in de gemeente Hollands Kroon. Wat in mijn ogen wel iets beter zou kunnen is het
onderhoud van het openbaar groen. Met name het snoeiwerk gebeurt in mijn ogen te veel “hap snap” zonder de zaag er eens flink in te zetten. Het zal gerust wel met de financiële middelen te maken hebben die men eraan wil besteden. Verder zetten we regelmatig de fiets achter op de auto en maken we mooie fietstochten in Nederland. Daar kan ik echt van genieten”.