De gemalen Leemans en Lely
'De beschermers van de polder'
De invloedrijke architect Dirk Roosenburg werd in 1927 gevraagd om de twee gemalen te ontwerpen die de Wieringermeer droog zouden maken. Hij had onder andere de gebouwen voor bedrijven zoals Philips, Strik en de KLM ontworpen. Veel van zijn gebouwen zijn naderhand ook Rijksmonumenten geworden.
Vanaf de jaren 1920 was hij ook esthetisch adviseur van Rijkswaterstaat en de Zuiderzeewerken, wat dus inhield dat de noodzakelijke technische werken niet alleen nuttig waren maar er ook mooi moesten uitzien.
In 1926 werd er een begin gemaakt van de inpoldering van de Wieringermeer. Om dit voor elkaar te krijgen moesten er dus twee gemalen gebouwd worden. Deze gemalen werden voorzien van twee verschillende technieken. Gemaal Leemans werd een dieselgemaal en gemaal Lely een elektrisch gemaal. Dit was een bewuste keuze om de gemalen van verschillende motoren te voorzien.
De gedachte hier achter was dat in tijden van diesel schaarste, gemaal Lely kon blijven werken en andersom als de stroom zou uitvallen, gemaal Leemans nog steeds kon blijven doorwerken. Deze strategie werd ook bij latere IJsselmeerpolders gevolgd. In 1930 was gemaal Leemans, welke vernoemd was naar de hoofdinspecteur-generaal van Rijkswaterstaat Ir. W.F. Leemans, uitgevoerd met twee verticale centrifugaal pompen die elk direct waren gekoppeld met een zescillinder dieselmotor. De pomp had een vermogen van 250m3/min. met een opvoerhoogte van 5,5 meter. Deze motoren waren geleverd door de firma Werkspoor uit Amsterdam. In het gebouw was een ruimte gereserveerd voor een eventuele derde pomp maar deze is er nooit gekomen. Het gemaal werd in de dijk gebouwd als een grote betonnen bak die, tot de droogmaking van de Wieringermeer, voor een groot deel in het water stond. Alleen de ingang, de ramen en het dak stonden boven water.
In 1994 werd het gemaal gerenoveerd. De twee dieselmotoren werden vervangen door 4 elektromotoren die ieder een schroef centrifugaalpomp aandrijven. Als de stroom uitvalt slaat automatisch een noodaggregaat aan zodat de pompen kunnen blijven werken. Deze vier pompen kunnen 1500m3/min uit de polder pompen. In 2021 vond er nogmaals een grote renovatie plaats waarbij het betonwerk werd gerenoveerd, elektriciteitsleidingen werden vervangen en allerlei onderdelen van het maalstelstel werden opgeknapt omdat het was aangetast door het zoute water.
De werkzaamheden voor het gemaal dat bij Medemblik gebouwd zou worden werden begonnen met de aanleg van een bouwput. Toen deze in 1928 klaar was, en op 20 maart van dat jaar droogviel, werd er onmiddellijk begonnen met de bouwwerkzaamheden. De eerste paal werd op 6 april geslagen en 5 maanden later zaten alle 1500 palen in de grond. De bouw van het gemaal ging dus zeer voorspoedig en eind 1929 was het gemaal klaar. Dit gemaal bestaat uit 3 horizontale centrifugaalpompen welke gekoppeld zijn aan een regelbare elektromotor van 3000 volt. Voor deze stroomvoorziening werd destijds een bovengrondse 50.000 volt hoogspanningsverbinding, dubbelcircuit, vanuit Oterleek naar Medemblik gebouwd. In het gemaal werden 3 50/3 kV transformatoren geplaatst om de spanning te reduceren naar 3000 volt. Deze pompen hadden een capaciteit van ca. 400m3/min bij een opvoerhoogte van 6 meter. In 1988 is de bemalingsinstallatie aangepast en in 2022 is er wederom gerenoveerd. De elektromotoren werden vervangen door magneetmotoren met toerentelling en de pompwaaiers zijn vervangen door visvriendelijke waaiers. Deze pompen realiseren een capaciteit van 3x 524m3/min en de vissen kunnen ongeschonden door de pompen gaan.
De beide gemalen zijn tegelijkertijd in werking gesteld op 10 februari 1930. Toen hebben ze beiden hun naam gekregen. Het gemaal in Medemblik kreeg de naam van de grote ingenieur die zoveel heeft betekend voor de totstandkoming van de Wieringermeer: Gemaal Lely. Er werd direct begonnen met het leegpompen van de Wieringermeer. De beide gemalen hebben van 10 februari tot 21 augustus 1930 nodig gehad om de 20.000 hectare grote Wieringermeer droog te leggen.
Leemans en Lely hebben de Wieringermeer niet een maar twee keer drooggemalen. Op 17 april 1945 bliezen de Duitsers een groot gat in de Wieringermeerdijk. Hierdoor kwam de polder weer onder water te staan. Na de bevrijding werd snel begonnen met het herstel van de dijk die op 5 augustus werd gesloten. Tussen 9 augustus en 11 december maalden Leemans en Lely samen met enkele noodgemalen voor de tweede keer de polder droog. Beide gemalen zijn nog steeds in werking. Leemans is het hoofdgemaal en pompt het door de kwel verzilte polderwater via een afvoerleiding naar de Waddenzee en voert ook al het overtollige water na zware neerslag af. Lely komt alleen in werking als er b.v sprake is van dreigende wateroverlast. Gezamenlijk kunnen ze 3000m3/min uitmalen. Jaarlijks moet er echter ruim 150 miljoen kubieke meter water uit de polder worden gemalen om de Wieringermeer droog en zoet te houden.