En ons altijd weer boeit door Peter C. Meijer: ‘Opruimers in de natuur’ (215)
Begin maart was het weer tijd voor de gft-bak om geleegd te worden. De laatste weken was er nauwelijks wat in onze bak gekomen, maar eerstdaags moet het tuinwerk weer beginnen en dan komt er wel weer wat. Bijvoorbeeld al die takken van de Vlinderstruik die gesnoeid dienen te worden.
Twee weken eerder kwam de afvalopvang wagen al vroeg langs. Dit keer was het wat later op de middag, kennelijk doordat er meer groenafval was. Of het daardoor kwam, weet ik niet, maar nadat de wagen was doorgereden, lag er een grote hoop op de straat. Het rook niet fris. Ik heb het toch zoveel mogelijk weg geschept en opgeruimd. Niet alles was weg te werken en eerlijk gezegd, zorgde de smerige lucht die ervan afkwam er voor dat ik verder opruimen niet erg vond.
De volgende dag zag ik Eksters uit onze omgeving genieten van het restant van die hoop. Snel werd er iets gepakt en hup het dak op. Stel je voor dat de andere vogel het komt afpakken. Ook een Kauwtje had wel trek en genoot van het restant. Of het nog steeds zo smerig rook ben ik niet nogmaals gaan ruiken.
Nu kun je straks gaan mopperen op deze vogels als ze jonge vogeltjes uit hun nest pakken, maar dat ze allerlei rommel opruimen is heel positief. Half maart zorgde regen er voor dat het laatste restje wegspoelde. Zo zijn er bij de kleine beestjes heel wat opruimers. Denk aan Pissebedden, Duizend- en Miljoenpoten en allerlei andere minder gewaardeerde beestjes. Toch hebben die groot nut.
De foto is door de auteur genomen in de Mossel te Middenmeer. Het restantje van het hoopje is net achter de voorste Ekster te zien. 6 maart 2024.