En ons altijd weer boeit door Peter C. Meijer: ‘Van oranje rotshaan naar spreeuw’ (221)
Gisteren (26 april 2024) schreef Mátýas Bittenbinder in het Noordhollands Dagblad een stukje over de Rode Rotshaan. Deze vogelsoort wilde ik graag in Suriname zien. In 2015 ging ik met en groep naar dit land. Wij hebben veel vogelsoorten gezien en zelfs Sidderalen. In mijn verslag schrijft ik:
‘De volgende dag maakten wij een tocht door de jungle naar de Moederval. Een stroomversnelling in de rivier. Het pad was moeilijk en de stenen door de regen glad. Aangekomen bij de waterversnelling konden wij kijken naar Sidderalen die in het water liggen. Dat moest over grote stenen en ik besloot hier vanaf te zien. Dat het voor de anderen niet zo indrukwekkend was, bleek na hun terugkomst.
Terug naar het dorp en wij doen de gebruikelijk dingen: de vogellijst invullen, een Parbo biertje drinken en bijtijds slapen, want morgen staat de groep een zware dag te wachten. Op die tocht zit het hoogtepunt van onze vogelreis. De Oranje Rotshanen en er zouden 15 mannetjes zijn’.
Helaas moest ik voor mijn eigen veiligheid besluiten af te zien van deze nog lastigere tocht door de jungle. Gelukkig waren er foto’s gemaakt, maar ja. De Spreeuwen tegenover ons huis aan de Mossel in Middenmeer zitten met voer in hun snavel. Kennelijk zijn er jongen. De Huismussen zijn dus echt verdreven.
De bijentelling is achter de rug. Op een van de weinige momenten met zon telde ik een drietal akkerhommels, vijf honingbijen, vier metselbijtjes en enkele zweefvliegen. Er zijn meer bijen geteld lees ik in de krant, maar daarmee is de zorg voor onze insecten niet voorbij. De foto van de Oranje Rotshaan is genomen door deelneemster Heleen en met haar toestemming geplaatst. December 2015.