Jeroen Bogers bouwt rustig verder aan zijn tulpenkraam
SLOOTDORP – Jeroen Bogers van de Schelpenbolweg is al een aantal jaren actief in de bollenteelt. Tulpen om specifieker te zijn. “Mijn opa kwam als één van de eerste boeren naar de polder en werd agrariër. Veertien koeien begraasden destijds het land van de pas drooggelegde en ontgonnen Wieringermeerpolder. Na een jaar was de veestapel gehalveerd. Het ijzergehalte in het gras was te hoog en daardoor stierf de helft van de koeien. Vader Cees Bogers nam het stokje over en bleef, samen met zijn broer Jan, nog tot begin jaren 80 als agrariër met melkkoeien actief. Toen ging het roer om en werd het bedrijf omgezet naar akkerbouw met in de beginjaren nog vleesstieren erbij. Maar ook daarvan werd in de jaren daarna afscheid genomen. Mijn broer Erik nam de boerderij over en zette de akkerbouwactiviteiten voort. Ik ben tegelijkertijd mijn eigen bedrijf begonnen en dat was de start voor het opbouwen van mijn tulpenkraam. Erik en ik helpen elkaar, als dat nodig is, bij elkaars werkzaamheden”, vertelt Jeroen.
Tulpen waren voor Jeroen niet vreemd. Hij had inmiddels 10 jaar gewerkt bij Munster waar hij de fijne kneepjes van het vak leerde. Een paar jaar geleden startte Jeroen ook met het broeien van tulpen. Na een mislukte samenwerking doet hij het dit jaar voor het eerst helemaal zelf met een eigen veilingnummer. Dagelijks gaan er 20.000 tulpen naar de veilingen in Aalsmeer en Duitsland.
“Het werk heeft wel de nodige uitdagingen en risico’s”, zegt Jeroen lachend. “Maar dat is in elke beroepstak bijna wel het geval. We verbouwen zomers 13 tulpensoorten op het land, waarvan ik 10 soorten broei dit jaar. Het voordeel van zelf broeien is dat je je aan risicospreiding kan doen. Als je de bollen zomers niet voor een goede prijs kan verkopen, dan kan je ze in de winter broeien en verkopen als bloem. Dat geeft je iets meer vrijheid. Al moet wel gezegd worden dat, met de huidige energieprijzen en de kosten van de materialen, broeien ook meer kosten met zich meebrengt dan voorheen. Aan de andere kant zijn de prijzen die we voor onze bloemen krijgen ook beter dan de voorgaande jaren. Dus dat houdt elkaar in evenwicht.
Tulpen ‘broeien’… Wat is dat eigenlijk, en hoe werkt het?
Tulpen worden gebroeid in de kas. Met ‘broeien’ bedoelt men het van bol tot bloem kweken van een tulp. Tulpen zijn een seizoensbloem en bloeien van nature in het voorjaar. Echter, wanneer de tulpen in de kas worden gebroeid, kunnen er al eerder bloemen worden gevormd. De eerste tulpen van het nieuwe snijtulpenseizoen laten al in januari hun bloemen zien. Tulpen kunnen zowel op water als op potgrond worden ‘afgebroeid’. De meeste tulpen worden hedendaags op het water afgebroeid. Het grote voordeel hiervan is dat de tulpen sneller van bol tot bloem groeien. Ook Jeroen broeit op water.
“Als de bollen zomers uit de grond komen worden ze verwerkt. Dan worden ze op een constante temperatuur van 26 graden Celsius gehouden. In deze periode ontwikkelt zich in de tulpenbol een nieuwe bloem. Deze wordt aangelegd in verschillende stadia: eerst de bloembladeren, vervolgens de meeldraden en als laatste de stamper. Dan is de gehele bloem in embryonale toestand in de bol aanwezig. Dit noemt men het G-stadium. Daarna worden de bollen nog een aantal weken op een temperatuur van 20 graden Celsius bewaard om ze vervolgens in de koude periode te brengen. Tulpen hebben een zogenaamde koude periode nodig om lange stelen te ontwikkelen en te kunnen bloeien. Nadat de bollen de tijd hebben gekregen om te wortelen, een periode van
ongeveer 3 werken, gaan ze naar de kas om door te groeien naar de uiteindelijke tulp voor de handel. Door ervoor te zorgen dat je de bakken in verschillende fases in de kas hebt ontstaat er een constante aanvoer van bloemen. Tenminste in theorie, want dat loopt ook vaak anders dan gepland. De eerste ronde was dit jaar laat en nu komt bijna alles aan de vroege kant.”
Zorgen
“Zorgen zijn er altijd. Op het ogenblik is het op het land ontzettend nat. Dat betekent dat je nu al rekening moet houden dat je rond de 20% minder opbrengst zult hebben. En welke gevolgen dat zal hebben is moeilijk te overzien. Daarnaast is de regelgeving rondom en de registratie van gewasbeschermingsmiddelen aan verandering onderhevig. Dat heeft mede te maken met de opkomst van biologische middelen. Probleem daarbij is dat nog niet duidelijk is hoe goed ze werken. En ook personeel is een steeds groter wordende uitdaging. Maar al met al vind ik het doorbouwen aan mijn tulpenkraam nog steeds geweldig om te doen. En zorgen heb je overal”