WIERINGERMEER – Tijdens een bezoek aan onze bossen is het voor velen nog steeds een hoogtepunt om één of meerdere reeën te zien. Maar hoe lang kunnen we hier al genieten van dit sierlijke zoogdier? En hoeveel zijn er? Wat is er zo bijzonder aan de draagtijd van een ree? Genoeg vragen om de ree eens in de spotlights te zetten.
De eersten
Na de drooglegging van de Wieringermeer werd het Robbenoordbos tussen 1934 en 1941 aangelegd. Ergens in die periode of erna zijn er reeën in het bos uitgezet. Tijdens de onderwaterzetting van 1945 kwamen al deze herten om door verdrinking.
Het duurde tot 1969 voor er een nieuwe reeën kwamen. De gemeente Wieringermeer had vriendschapsbanden met het Duitse Wiesbaden. Burgemeester Fokko Omta was zelf jager en bevriend met jagers uit die Duitse gemeente. Wiesbaden schonk vijf reeën uit hun gebied. Een reegeit met twee kalfjes en nog een bok en een geit.
De dieren hebben het niet gered. Een ree liep zich dood door toedoen van een hond; de anderen konden niet tegen het brakke kwelwater, aldus jagers. Daarna zijn er reeën van de Veluwe gehaald. Daar stamt onze huidige populatie van af.
Honderd
Inmiddels hebben we een gezonde populatie van deze hertensoort. Elk jaar is er eind maart een telling. Dat gebeurt volgens een vast patroon. ’s Morgens vroeg wordt geteld en dezelfde dag tegen de schemering met aansluitend weer een ochtendtelling. De huidige populatie ligt tegen de 100 aan.
Dat de beide bossen in 1993 autovrij gemaakt zijn, heeft zeker positief gewerkt op de reeën stand. De ree heeft voldoende rust- en schuilplekken nodig om de dag door te brengen. Reeën eten met name in de ochtend- en avondschemering.
Die rust is ook heel erg nodig bij het ter wereld brengen van kalfjes. Ze zijn weerloos; zeker in hun eerste levenstijd. Staatsbosbeheer voert dan ook zeer regelmatig campagnes tegen het loslaten van honden in het bos.
Kiemrust
Heel bijzonder aan de voortplanting van een ree is de kiemrust. Na de paring met de reebok in de zomer belandt de bevruchte eicel in de baarmoeder en begint er een rustperiode. Die heet kiemrust. De ree is het enige hoefdier dat dit fenomeen kent. Enkele maanden later ontwikkelt zich het embryo en in mei/juni worden de kalfjes geboren. Reeën krijgen vaak twee kalfjes. Het is een super kwetsbare periode, want de reegeit is vaak lange tijden niet bij het jong. De jongen blijven nog een jaar bij de moeder en zijn na veertien maanden geslachtsrijp.
Magisch moment
Een boswachter schreef eens: ‘Noem je het nu een hert of een ree? Wat maakt het uit. We genieten er allemaal van als we er één zien. Voor iedereen is het spotten van reeën een bijna magisch moment.’ Je stoot elkaar aan en zegt: ‘Kijk daar een ree’. Een moment om stil te staan en te genieten van dit prachtige zoogdier. Het Robbenoordbos en het Dijkgatbos herbergen voldoende reeën om die ervaring op te doen.