Raadscontrole op legesbeleid
Het college heeft besloten om over 69 % van de bouwsom van een vergunningsaanvraag geen leges te heffen. Volgens een berekening van GroenLinks betekent dat een legeskorting van ruim tien miljoen euro. Over dat besluit heeft het college de raad niet geïnformeerd. Ook over de hoogte van de legeskorting informeert het college de raad niet.
Vraag 1:
Moet uit uw antwoord op vraag 10 worden afgeleid dat de raad niet beschikt over instrumenten om controle uit te oefenen op de toepassing van het gemeentelijk legesbeleid wanneer initiatiefnemers bezwaar hebben tegen openbaarmaking van de bouwsom?
Toepassing van de hardheidsclausule
Met de toepassing van de hardheidsclausule opereert het college in een grijs gebied. Men accepteert daarmee precedentwerking. Verder kunnen resulterende gebreken in de transparantie van leges – volgens uw ambtenaren (Re: Vraag college over privacy leges d.d. 4 augustus 2020) – zelfs leiden tot onverbindendverklaring van de legesverordening. Dat betekent dat een besluit tot toepassing van de hardheidsclausule een extra zorgvuldige motivering behoeft. Het besluit is echter niet van een motivering voorzien (1). Ook wordt niet duidelijk waarom niet is gekozen voor aanpassing van de legesverordening (2). Bovenal ontbreekt in het besluit een beoordeling van de gevolgen van het besluit (3). Daarmee bleef de wettelijke vraag (169 lid 4 Gemeentewet) of het besluit aan de raad moet worden voorgelegd onbeantwoord.
Vraag 2:
Is het college bereid de drie bovenstaande gebreken in het collegebesluit te herstellen en het aangepaste besluit vervolgens voor wensen en bedenkingen voor te leggen aan de raad?
Afwijking van de Legesverordening
De legesverordening relateert leges aan de bouwsom. Het college relateert leges echter aan de
hoeveelheid werk, en let daarbij op gelijksoortige delen en identieke bouwwerken.
Vraag 3a:
Accepteert het college de precedentwerking van het besluit om de leges te relateren aan de hoeveelheid werk en repeterende elementen in de bouwaanvraag?
Vraag 3b:
Kan het college inschatten bij hoeveel bouwaanvragen binnen onze gemeente deze wijze van berekening een rol kan spelen?
Juridische aspecten
De raadscontrole op het legesbeleid, de toepassing van de hardheidsclausule en afwijking van de legesverordening hebben behalve een beleidsmatig en politiek aspect, ook een juridisch aspect. Zo zijn er juridische grenzen aan de gebruiksmogelijkheden beleidsinstrumenten. Daarover heeft GroenLinks de volgende vragen:
Vraag 4:
Graag een zorgvuldige reactie van het college op de volgende juridische vragen:
a)
In de beantwoording van onze vragen omtrent de leges van datacenters van 16 maart 2021 (PV-2111) geeft u aan dat u gebruik heeft gemaakt van artikel 63 AWR. U stelt daarbij dat het college daar gebruik van mag maken om daarmee beter recht te doen aan de hoogte van de leges. Is het bepalen van de hoogte van de leges niet een bevoegdheid van de gemeenteraad?
b)
In de beantwoording van onze vragen omtrent de leges van datacenters van 16 maart 2021 (PV-2111) geeft u aan dat u gebruik heeft gemaakt van artikel 63 AWR. U stelt daarbij dat het college daar gebruik van mag maken om daarmee beter recht te doen aan de hoogte van de leges. Artikel 63 AWR stelt echter dat er sprake dient te zijn van onbillijkheden van overwegende aard, welke zich bij de toepassing van de legesverordening voordoen. Op basis waarvan komt u tot de uitleg dat u dehardheidsclausule mag toepassen om daarmee beter recht te doen aan de hoogte van de leges?
c)
U stelt in de beantwoording van vragen van het Noord-Hollands Dagblad van 23 februari 2021 dat u tot toepassing van de hardheidsclausule bent overgegaan omdat “er niet was voorzien in een tarief voor seriële bebouwing en u daarom tot een andere opbouw van leges bent gekomen”. Verder stelt u in de beantwoording van onze eerdere vragen dat “er nog geen aanvraag is ingediend voor de resterende drie bouwwerken”. Wij concluderen hieruit dat er sprake is van vier verschillende vergunningsaanvragen. Als er sprake is van samenhangende bouwplannen (dat zijn bouwplannen die in functionele en/of bouwkundige zin een samenhang met elkaar vertonen), mag een aanvrager deze bouwplannen in één aanvraag indienen. Echter doordat de aanvrager er voor gekozen heeft het project op te splitsen in meerdere aanvragen, geeft de aanvrager te kennen dat er sprake is van vier verschillende bouwwerken zonder onlosmakelijke samenhang tussen de verschillende aanvragen. Elk bouwwerk kan afzonderlijk worden ontwikkeld, zonder dat de overige bouwwerken worden uitgevoerd. Aangezien er meerdere
vergunningen verleend worden, die elk apart van elkaar kunnen worden uitgevoerd, bestaat er voldoende reden om voor elke aanvraag het maximum tarief conform de legesverordening toe te passen. Wilt u om deze reden alsnog het maximale tarief aan leges conform legesverordening in rekening brengen? Kunt u tevens inhoudelijk reageren op onze argumenten?
d)
De gemeentelijke leges gelden in juridische zin als gemeentelijke belastingen. Het gelijkheidsbeginsel speelt hierbij een belangrijke rol en de hardheidsclausule mag daarom niet lichtvaardig worden toegepast omdat daarmee ongelijke behandeling van belastingplichtigen dreigt. Bij de hardheidsclausule gaat het uitsluitend om onbillijkheden van overwegende aard, die de gemeenteraad van Hollands Kroon niet heeft voorzien toen zij de legesverordening vaststelde. Er moet dan sprake zijn van een onbedoeld gevolg dat niet was voorzien toen de legesverordening tot stand is gekomen. Met andere woorden, een gevolg dat zou zijn voorkomen als de gemeenteraad van Hollands Kroon het had voorzien. Alleen als de legesverordening van de gemeente Hollands Kroon eigenlijk anders had moeten luiden, kan de hardheidsclausule door het college van burgemeester en wethouders toegepast worden. De gemeenteraad van Hollands Kroon heeft blijkens de legesverordening het maximumplafond op bouwaanvragen van toepassing verklaard en niet op projecten, seriële bebouwing en/of een combinatie van aanvragen. Aangezien het niet uitzonderlijk is dat er voor één project meerdere aanvragen worden ingediend, is hier geen sprake van gevolgen die de gemeenteraad bij het vaststellen van de legesverordening niet heeft voorzien. Er is daarom geen juridische grondslag om de hardheidsclausule toe te passen. Kunt u inhoudelijk reageren op onze argumenten? Kunt u tevens aangeven bij welke instanties u advies heeft ingewonnen over uw standpunt?
e)
Indien u in de beantwoording stelt dat er sprake is van onbillijkheden van overwegende aard, die de gemeenteraad van Hollands Kroon niet heeft voorzien toen zij de legesverordening vaststelde, waarom is een nieuwe legesverordening dan nog niet ter besluitvorming voorgelegd aan de gemeenteraad?
f)
Juridisch gezien is bezwaar of beroep tegen een afwijzing van een verzoek om toepassing van de hardheidsclausule niet mogelijk. Wel kan een aanvrager bezwaar maken tegen de opgelegde leges. Een dergelijk bezwaarschrift zal vervolgens conform de gebruikelijke procedures behandeld worden. Was het daarom niet verstandiger geweest om de gebruikelijke procedure te volgen?
g)
Gemeenten in Nederland dienen zich conform art. 107 lid 1 het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) te houden aan het staatsteunverbod. In hoeverre heeft u bij uw afweging om de hardheidsclausule toe te passen rekening gehouden met het algemene Europees staatssteunverbod?
h)
Kunt u per voorwaarde die is opgenomen in het algemene Europees staatsteunverbod reageren waarom u van mening bent dat u wel/niet voldoet aan de gestelde voorwaarde?
i)
Volgens artikel 169 lid 4 van de gemeentewet dienen besluiten die ingrijpende gevolgen kunnen hebben, voorgelegd worden aan de gemeenteraad. Aangezien de vestiging van de datacenters politiek gevoelig ligt, veel maatschappelijke aandacht krijgen en gevoelig ligt in de media valt het toepassen van de hardheidsclausule voor de komst van een datacenter altijd onder ingrijpende gevolgen. Los van uw bevoegdheden, waarom heeft u in deze kwestie: A) niet vooraf aan de gemeenteraad gevraagd om aanvullende beleidsregels vast te stellen voor de toepassing van de hardheidsclausule en B) niet vooraf aan de gemeenteraad gevraagd om eventuele wensen en bedenkingen in te dienen?