SOS Dolfijn verhuist opvang naar Landgoed Hoenderdaell
ANNA PAULOWNA – Nog even en dan zwemmen er ook dolfijnen en walvisachtigen rond op Landgoed Hoenderdaell. SOS Dolfijn heeft aan NH Nieuws laten weten dat ze zich gaat vestigen in Anna Paulowna.
Tot voor kort werden de gestrande zeezoogdieren door SOS Dolfijn opgevangen bij het Dolfinarium in Harderwijk. Maar omdat SOS Dolfijn vaak onterecht werd gezien als onderdeel van het park, is de stichting op zoek gegaan naar een alternatieve locatie. Die is nu dus gevonden op Landgoed Hoenderdaell.
Volgens directeur Robert Kruijff van Hoenderdaell sluit dit goed aan bij de doelstellingen van zijn park: het opvangen van dieren en die terugbrengen naar hun oorspronkelijke leefomgeving. Kruijff doet dat nu al met grote katten als leeuwen en tijgers en straks wellicht ook met olifanten.
Kruijff: ‘Voor de dieren komen er twee kleinere bassins. Bruinvissen hebben, zeker de eerste week, intensieve zorg nodig. Dat betekent dat er iemand 24 uur per dag bij ze in het water is. Dat kan dus geen bassin zijn van honderd bij honderd, want dan houd je ze niet bij je, natuurlijk.’
Die intensieve zorg is nodig omdat een dier vaak door uitputting, spierschade of door de shock niet zelfstandig kan zwemmen. De nog te bouwen opvang zal volledig worden afgesloten voor het publiek. Alleen door een paar ramen zullen bezoekers straks een glimp kunnen worden opgevangen van wat er binnen gebeurt. Het gebouw zal bestaan uit verschillende ruimtes, waaronder een quarantaineruimte, keuken en laboratium, als ook een droogruimte voor de wetsuits van de begeleiders. Kruijff: ‘Wat we gaan bouwen, ziet er echt geweldig uit. Als ik een bruinvis was die zou aanspoelen, dan zou ik hier terecht willen komen.’
‘Een nieuw gebouw’ voor walvisachtigen gaat volgens Annemarie van der Berg ‘een goede miljoen euro’ kosten. Een aantal fondsen heeft al toegezegd in de opvanglocatie te willen investeren, aldus Van der Berg, maar er wordt nog druk gezocht naar sponsors. ‘We zijn volledig afhankelijk van giften, daar gaan we ons de komende tijd hard voor maken.’